
Lieve broer,
Omdat het –kennelijk- niet zo duidelijk is wat me werkelijk mankeert, omdat ik het niet uit kan leggen en zeker niet telkens , doe ik het maar op deze wijze.
Trouwens: ook omdat ik niet onhartelijk wil overkomen.
Want! Want natuurlijk wilden je we best afzetten op het station. Alleen komen we daar niet “toch wel langs”. Het is omrijden, namelijk, en elk omrijden is ongepland en niet welkom.
Ik ga dat uitleggen.
Mijn hersenbloedingen– en dan heb ik het niet eens over mijn eerdere herseninfarct, dat door mij en mijn totale professionele omgeving zo ongeveer terzijde is geschoven- heeft een nieuw gegeven geïntroduceerd in ons leven: beperkte energie en de -laat ik het maar zo zeggen- laagdrempelige prikkelbestendigheid.
Om het simpel te zeggen: ik plan zo ongeveer alles, qua energie.
Elk geluid komt ongefilterd binnen , elke andere prikkel idem.
Namelijk.
Zicht, gevoel, geluid: het dient door mij gedoseerd te worden.
Dat valt niet altijd uit te leggen.
Aan mij is niks te zien – hoop ik, en gelukkig maar- en dat heeft tot gevolg dat men zich vaak niet realiseert dat er wèl sprake is van hersenbeschadiging en van beperkte beschikbaarheid.
Één ding per dag: dat is al anderhalf jaar het adagium. Losjes omgaan met mijn tijd: dat is er niet bij.
Dat hindert me, dat mijn tijd en mijn energie niet meer van mij zijn. Onbelemmerd en onbekommerd.
Soms is het nodig om het uit te leggen.
Nu, dus.
je zus